Stap 1 – inzetten
Was en droog altijd eerst je handen
Was je handen voordat je de lenzen aanraakt met een neutrale, antibacteriële zeep. Droog je handen grondig af met een pluisvrije handdoek of wegwerphanddoek.
Stap 2 – inzetten
Houd je lens voorzichtig op de punt van je wijsvinger
Haal de lens uit de verpakking (bij daglenzen) of uit je lenshouder (bij herbruikbare contactlenzen) voor het rechteroog. Plaats deze op je wijsvinger, zorg ervoor dat de vinger droog is en controleer de lens, deze dient komvormig te zijn.
Stap 3 – inzetten
Plaats de lens op je oog
Duw je bovenste ooglid omhoog en houd je vinger zo dicht en centraal mogelijk bij je wimperlijn om te voorkomen dat je knippert. Plaats de lens langzaam en voorzichtig op het gekleurde deel van je oog.
Stap 4 – inzetten
Laat de oogleden voorzichtig los en knipper
Verwijder je wijsvinger en houd je ogen open en kijk langzaam rond. Haal ook je andere vingers weg en doe voorzichtig je oog dicht om zeker te zijn dat de lens op zijn plaats zit.
Stap 5 – inzetten
Controleer en herhaal stap 2 t/m 5 voor het linkeroog
Controleer of je goed kunt zien met het oog waarin je zojuist de lens hebt geplaatst. Mocht er sprake zijn van een lichte irritatie, verplaats de lens voorzichtig van het gekleurde deel af en knipper rustig om het weer op de goede plaats te krijgen. Als de irritatie aanblijft, verwijder de lens, spoel deze af met steriele zoutoplossing of contactlensvloeistof en begin weer met stap 3. Herhaal stap 2 t/m 5 voor je linkeroog.
Reinig je lenshouder met verse vloeistof. Gebruik geen zeep of wasmiddelen en spoel je lenshouder niet met water. Laat je houder open ondersteboven op een schone tissue drogen. Vervang je lenshouder bij iedere fles vloeistof.
Stap 1 – uithalen
Was en droog je handen
Was je handen voordat je de lenzen aanraakt met een neutrale, antibacteriële zeep. Droog je handen grondig af met een pluisvrije handdoek of wegwerphanddoek.
Stap 2 – uithalen
Houd je ogen open en knijp de lens zachtjes los
Doe je kin omlaag en kijk omhoog in de spiegel. Controleer of de rechterlens op het gekleurde deel van je oog zit. Verplaats de lens rustig naar het witte deel van het oog. Pak de lens voorzichtig tussen duim en wijsvinger vast en haal deze van je oog.
Stap 3 – uithalen
Weggooien of reinigen
Als je daglenzen draagt, gooi ze dan na ieder gebruik weg. Herhaal stap 2 en 3 voor het andere oog. De lenzen kun je in de prullenbak doen, spoel ze niet door de wc of de gootsteen.
Als je herbruikbare lenzen draagt, geldt het volgende. Maak je lenzen schoon met de door jouw opticien aanbevolen contactlensvloeistof. Plaats de lens in je handpalm samen met een paar druppels verse lensvloeistof. Wrijf de lens 15 seconden lang met je pink heen en weer. Draai de lens om en herhaal het proces. Als laatste, spoel de lens schoon met verse alles-in-1 vloeistof of een steriele zoutoplossing. Je contactlenzen dienen elke dag na het dragen goed gereinigd en gedesinfecteerd te worden.
Stap 4 – uithalen
Bewaren van je contactlenzen
Plaats de lens in de lenshouder. Vul de houder met de aanbevolen lensvloeistof. Vul nooit oude vloeistof aan met verse. Draai het deksel op de lenshouder en bewaar deze op een veilige plek. Herhaal stap 2, 3, 4 voor je andere oog. Laat de lenzen ten minste zes uur of de gehele nacht in de vloeistof staan. Desinfecteer je lenzen opnieuw na langere bewaarperiodes. Lees hiervoor goed de instructie aangegeven op de fles vloeistof. Vervang de lenshouder bij iedere fles vloeistof.
Zorg ervoor dat de contactlenzen nooit in aanraking komen met water: dit verhoogt de kans op een ernstige ooginfectie en kan leiden tot verlies van gezichtsscherpte. Dit geldt ook voor douchen, zwemmen en andere watergerelateerde activiteiten.